Na het overnemen van een Russische fabriek, krijgt Hongaars spoorwegvoertuigreus opdracht tot liquidatie

De Arrondissementsrechtbank van Boedapest heeft onlangs bepaald dat Ganz-MaVag International Zrt., een toonaangevend Hongaars bedrijf in spoorwegapparatuur, en haar dochteronderneming Dunakeszi Járműjavító formeel moeten beginnen met liquidatieprocedure. De uitspraak is gebaseerd op het feit dat beide ondernemingen in een ernstige staat van insolventie verkeren en volledig onmachtig zijn om zonder externe hulp weer normaal te functioneren. De uitvoering van deze uitspraak betekent dat de kernpijler van de Hongaarse spoorwegindustrie op het punt staat in te storten.

De financiële crisis van Ganz-MaVag is niet plotseling ontstaan; de oorzaak hiervan is terug te voeren tot 2022. Destijds kocht het bedrijf de fabriek in Dunakeszi over van het Russische TransMash-Holding. Deze overname, gecombineerd met de enorme verliezen uit de in 2018 gesloten overeenkomst voor de levering van goederenwagens aan Egypte, zorgde er direct voor dat de schuldenlast van het bedrijf voortdurend bleef oplopen. Geschat wordt dat de huidige openstaande schulden meer dan 40 miljard forint bedragen (ongeveer 103 miljoen Amerikaanse dollar). In de herfst van 2024, toen de kapitaalstroom volledig was doorgebroken, stopte de fabriek in Dunakeszi geheel met productie. Eerder werkte de fabriek ook aan renovatieopdrachten voor passagierswagens van de Hongaarse spoorwegen (MÁV), en de stillegging van de productie heeft direct invloed gehad op de voortgang van de betreffende projecten.

Om de zaken erger te maken, plande Ganz-MaVag in 2024, in samenwerking met het Hongaarse soevereine fonds Corvinus Zrt., de Spaanse treinfabrikant Talgo overnemen voor 620 miljoen Amerikaanse dollar. Dit had een belangrijke kans kunnen zijn voor het bedrijf om de crisis te keren, maar de overeenkomst werd door de Spaanse regering afgewezen vanwege "veiligheidsbezwaren", waardoor het bedrijf deze kans miste. Het is vermeldenswaard dat Ganz-MaVag 673 werknemers telt; het is niet alleen de kernassemblagebasis voor de tussenwagens van KISS-treinstellen, maar levert ook al lang onderhoudsdiensten aan de Hongaarse Spoorwegen (MÁV). Tot de voormalige eigenaren behoort Kristóf Szalay-Bobrovniczky, de Hongaarse minister van Nationale Defensie.

Deskundigen hebben gewaarschuwd dat de instorting van de fabriek in Dunakeszi niet alleen de industriële basis van Hongarije ernstig kan schaden, maar ook de stabiliteit van het gehele Hongaarse systeem voor goederenwagenproductie kan bedreigen. Hoewel de Hongaarse overheid eerder had overwogen reddingssteun te verlenen, liet de enorme financieringskloof van 40 miljard forint de overheid uiteindelijk aarzelen en terugkrabbelen. Momenteel overwegen liquidatoren twee plannen: het ene is om het bedrijf als geheel aan de staat te verkopen, het andere is om de overdracht van activa na faillissement te bevorderen. De laatste optie is echter uiterst moeilijk uitvoerbaar—omdat de kernactiva van de fabriek bestaan uit diverse kwalificatiecertificaten, en het minstens anderhalf jaar zal duren voordat een nieuw bedrijf deze certificaten opnieuw kan verkrijgen.

Vanuit het oogpunt van industriële impact heeft de ineenstorting van Ganz-MaVag een tweeledige invloed gehad: enerzijds heeft dit ervoor gezorgd dat Hongarije volledig zijn lokale capaciteit voor de productie van spoorwegmaterieel is kwijtgeraakt; anderzijds heeft het meer onzekerheden toegevoegd aan de reeds complexe Europese spoorwegtoeleveringsketen. Hoe kerntechnologieën en cruciale banen te behouden tijdens het liquidatieproces, is uitgegroeid tot een dringend probleem dat de Hongaarse overheid moet oplossen.